Jaarrekening

Balans met toelichting

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt op basis van de voorschriften uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Verder is de Financiële verordening Berg en Dal 2017 (art. 212 Gemeentewet) van toepassing. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad op 9 maart 2017.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten (verkrijgings- of vervaardigingsprijs), tenzij de marktwaarde lager is. Activa en passiva nemen we op tegen nominale waarden.

De baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten nemen we slechts mee, als zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die ontstaan zijn voor het einde van het begrotingsjaar, nemen we mee als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn.

Dividendopbrengsten van deelnemingen nemen we als bate op het moment waarop het dividend is uitbetaald.

Personeelslasten rekenen we in principe toe aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Sommige personele lasten moeten we toerekenen aan de periode waarin ze worden uitbetaald. Dit komt omdat we geen voorzieningen of schulden mogen opnemen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbare grootte. Daarbij gaat het om onderdelen zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofafspraken en dergelijke.
Als er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) moeten we wel een verplichting vormen.

Balans
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa waarderen we tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling schrijven we in 5 jaar af. Dit geldt ook voor het saldo van agio en disagio (afsluitkosten van financiële transacties).
De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling start bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.
Afsluitkosten van opgenomen geldleningen brengen we direct ten laste van de exploitatie.
Ook computerapplicaties en activa in eigendom van derden vallen onder deze categorie.

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa, zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV, schrijven we lineair af.
De aard van de investering bepaalt de levensduur en de daarmee samenhangende afschrijvingstermijn. Dit geldt voor de investeringen met economisch nut én de investeringen met maatschappelijk nut.
De materiële vaste activa waarderen we tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden brengen we in mindering op de betreffende investering. In die gevallen schrijven we af op het saldo van de investering.
Als de technische en/of economische levensduur korter is dan de hiervoor aangegeven termijnen, hanteren we de kortere afschrijvingstermijn.
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000activeren we niet, uitgezonderd gronden en terreinen.

Voor de materiële vaste activa met economisch nut hanteren we de volgende afschrijvingstermijnen.

Categorie

Onderdeel

Afschrijvingstermijn in jaren*

Afvalinzameling

Inzamelmiddelen afval

10

Ondergrondse containers, binnen-element

10

Ondergrondse containers, buitenput

20

Gebouwen

Gebouwen

40

Noodlokalen

15

Dakbedekking

15

Renovatie

25

Zonnepanelen

10

Informatie Communicatie Technologie

Automatiseringsapparatuur

5

Inventaris

Bureaustoelen

8

Bureaus

15

Kasten

20

Overig meubilair

15

CV-installatie

15

Klimaatregeling

15

Telefooninstallatie

8

Geluidsinstallatie raadszaal

10

Markt

Stroomvoorziening

10

Onderwijs

Onderwijsleerpakketten (eerste inrichting)

8

Speeltoestellen

10

Meubilair (eerste inrichting)

20

Riolering

Vrijvervalriolering

50

Drukriolering (bouwkundig)

50

Drukriolering (mechanisch/ elektrisch)

15

Gemalen (bouwkundig)

50

Gemalen (mechanisch/ elektrisch)

10

Milieumaatregelen

50

Grondwatermaatregelen

50

Persleidingen

50

Speelvoorzieningen

Speeltoestellen (attractiebesluit)

10

Sporthallen

Sportvloeren en vloerpotten

20

Deuren en sportmateriaal

15

Elektronisch scorebord

15

Publiekstribune

20

Verkiezingen

Stemmachines

10

Voertuigen, machines en gereedschappen (tractie)

Personen- en vrachtauto's, tractor

8

Hoogwerker

10

Hogedruk waterreiniger

8

Riool reinigingsmachine

5

Veegmachine, kooimaaier

8

Zoutstrooiers

8

Sneeuwploegen/ schuiven

10

Natzoutmengers

15

Bandtransporteur

10

Trilplaat

10

Hefbrug

12

Voor de materiële vaste activa met maatschappelijk nut hanteren we de volgende afschrijvingstermijnen.

Categorie

Onderdeel

Afschrijvingstermijn in jaren*

Openbare ruimte

Aanleg en reconstructie van wegen, straten, pleinen, rotondes, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden

25

Groenvoorzieningen

25

Openbare verlichting

15

Abri's

15

Verkeersregelinstallaties

15

Bewegwijzering

15

Sportparken

Natuurgrasveld

20

Kunstgrasveld, semiwater

10

Kunstgrasveld, toplaag

10

Kunstgrasveld, onderlaag

30

Asfaltveld, toplaag

15

Asfaltveld, onderlaag

30

Was- en kleedaccommodaties

25

Gaas ballenvangers

30

Veld- en terreinafscheiding

40

Verharding, looppaden

15

Lichtmasten

40

Veldverlichting (armaturen)

25

Beregeningsinstallatie

10

Drainage

25

* Deze afschrijvingstermijnen zijn van toepassing op investering na de herindeling per 01-01-2015.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen (uitgeleende gelden) zijn opgenomen tegen nominale waarde. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Als de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal deze worden afgewaardeerd. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

Vlottende activa
Voorraden
De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs.
De vervaardigingsprijs omvat de kosten, die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken). Daarnaast rekenen we aan de vervaardigingsprijs ook een aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten toe. Verwachte verliezen in de grondexploitatie vangen we op door middel van een voorziening verliesgevende complexen. Winsten uit de grondexploitatie nemen we als voldoende zeker is dat we deze maken. Zolang dat niet het geval is brengen we de volledige vervaardigingskosten in mindering op de verkoopopbrengsten. We hanteren hierbij de methode percentage of completion. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd nemen we tussentijds winst naar rato van de voortgang van de grondexploitatie.

De overige voorraden waarderen we tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor vorderingen die waarschijnlijk niet kunnen worden geïnd is  een voorziening in mindering gebracht. De voorziening bepalen we statistisch op basis van de geschatte inningskansen.
Voor openstaande vorderingen van gemeentelijke belastingen en sociale zaken is een voorziening gevormd betreffende oninbaarheid ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.
Voor de overige vorderingen is een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan zes maanden.

Liquide middelen en overlopende posten
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het gerealiseerde resultaat dat volgt uit het overzicht van baten en lasten.

Voorzieningen
De voorzieningen zijn gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies.

De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders waarderen we op de contante waarde van de (al opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen.

De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan de gemeentelijke kapitaalgoederen. Daarbij is rekening gehouden met de geformuleerde kwaliteitseisen.
In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” is het beleid nader uiteengezet.

Vaste schulden
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente zijn gewaarborgd, is het totaalbedrag van de geborgde restschulden per einde van het boekjaar opgenomen. Deze vallen buiten de telling van de balans. In de toelichting op de balans is hierover nadere informatie opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 08/27/2020 12:44:17 met de export van 08/27/2020 11:36:54