Overzicht op hoofdlijnen per heffing
Onroerende zaakbelastingen
De inkomsten Onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn niet bestemd voor bepaalde producten of diensten. Het is een zogenaamd algemeen dekkingsmiddel.
De OZB kent twee soorten belastingen:
- een eigenarenbelasting
dit is belasting die de eigenaar van een gebouw moet betalen. - een gebruikersbelasting
dit is een belasting die een gebruiker, bijvoorbeeld een huurder van een gebouw moet betalen.
De eigenarenbelasting heffen we van de eigenaren van woningen en niet-woningen. De gebruikersbelasting heffen we alleen van de gebruikers van niet-woningen. Deze belasting is een zogenaamde tijdstipbelasting. Dit betekent dat de toestand per 1 januari van het betreffende jaar bepalend is voor de OZB-heffing. We berekenen de OZB op basis van de vastgestelde waarde van het pand. Het tarief is een percentage van de waarde van een gebouw. Deze waarde bepalen we op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ).
Voor 2019 zijn de percentages (tarieven) vastgesteld op:
a. gebruikersbelasting niet-woning € 0,1639%
b. eigenarenbelasting woning € 0,0943%
eigenarenbelasting niet-woning € 0,1993%
Voor 2019 waren de OZB- inkomsten begroot op € 5.284.000. De werkelijke OZB- inkomsten waren € 5.341.000.
Toeristenbelasting
De inkomsten uit de Toeristenbelasting zijn ook algemene dekkingsmiddelen. Het tarief voor 2019 is vastgesteld op € 0,78 per overnachting voor de categorie 'hotels'. Voor de categorie 'campings' was het tarief € 0,49.
De opbrengst voor 2019 was begroot op € 315.000. De werkelijke opbrengst is € 329.000.
Forensenbelasting
Forensen zijn mensen die meer dan 90 dagen, maar minder dan 9 maanden in één kalenderjaar, in een woning in onze gemeente verblijven en geen inwoner zijn van onze gemeente. Zij moeten in onze gemeente ook belasting betalen. Dit noemen we de forensenbelasting.
Mensen die forensenbelasting betalen hoeven geen toeristenbelasting te betalen. Dit is geregeld in de verordening.
Voor 2019 is het tarief vastgesteld op € 153 per woning per jaar. Voor 2019 waren de verwachte inkomsten € 15.000. De werkelijke inkomsten zijn € 19.000.
Afvalstoffenheffing
Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening op grond van de Wet milieubeheer. Iedereen waarvoor de gemeente huishoudelijk afval in moet zamelen moet daarvoor belasting betalen.
De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn voor 2019 gestegen met 3,4% (2,4% inflatiecorrectie en 1,0% verbrandingsbelasting. Op begrotingsbasis was het dekkingspercentage 96%. Het verschil halen we voor 2019 eenmalig uit onze spaarpot (algemene reserve). Het tekort tussen de werkelijk gerealiseerde baten en lasten is € 823.410. Hiermee komt het dekkingspercentage over 2019 uit op 78%.
Afvalstoffenheffing | ||
7.3 Afval incl btw | -4.397.879 | |
6.3 Kwijtschelding incl btw | -198.827 | |
0.4 Overhead | -241.831 | |
Overige opbrengsten | 1.131.244 | |
Totale kosten | -3.707.293 | |
Opbrengst afvalstoffenheffing | 2.883.883 | |
Totale opbrengst afvalstoffenheffing | 2.883.883 | |
Dekking | 78% |
Rioolheffing
De gemeente moet zorgen voor de afvoer van het stedelijk afvalwater (rioolwater) en hemelwater (regenwater). De kosten betalen we uit de rioolheffing.
Eind 2015 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016-2020 vastgesteld. De tarieven voor 2019 zijn verhoogd met 5%.
De totale opbrengst voor 2019 was begroot op € 3.555.000. Op basis van de begroting is de rioolheffing 100% kostendekkend. Dit betekent dat de kosten net zo hoog zijn als de inkomsten. Het verschil tussen de werkelijk gerealiseerde lasten en baten is € 226.603. Dit bedrag is in 2019 gestort in de voorziening 'egalisatie riolering'.
Rioolheffing | ||
7.2 Riolering incl btw | -2.825.811 | |
7.2 Overige opbrengsten | 83.149 | |
7.2 Dotatie aan voorziening | -226.603 | |
5.7 Natuurlijk groen incl btw | -88.330 | |
6.3 Kwijtschelding incl btw | -221.736 | |
2.1 Schoonhouden wegen incl btw | -82.075 | |
0.4 Overhead | -323.290 | |
Totale kosten | -3.684.696 | |
Opbrengst Rioolheffing | 3.684.390 | |
Totale opbrengst Rioolheffing | 3.684.390 | |
Dekking | 100% |
Rioolaansluitrecht
We hanteren een vast tarief als we een standaard aansluiting op het riool moeten maken. Uitgangspunt hierbij is dat we met de opbrengsten de kosten kunnen betalen. In 2019 was het dekkingspercentage 33%. In 2018 was voor één aanvraag geen standaard aansluiting mogelijk. De leges voor deze aanvraag zijn in 2018 al ontvangen. De kosten voor deze aansluiting zijn in 2019 verantwoord, omdat de aansluiting toen gerealiseerd is. Dit leidt in 2019 tot een lagere kostendekkendheid.
Rioolaansluitrecht | ||
7.2 Huisaansluitingen incl btw | -49.479 | |
0.4 Overhead | -957 | |
Totale kosten | -50.436 | |
Leges | 16.440 | |
Totale opbrengsten | 16.440 | |
Dekking | 33% |
Marktgelden
In de marktgeldverordening staan de gemeentelijke regels over de markt. De tarieven voor 2019 zijn verhoogd met 2,4% (inflatie).
Het dekkingspercentage, inclusief de inkomsten uit staangelden, is 43%. Dit betekent dat we met de totale opbrengsten uit marktgelden (€ 14.974 in 2019, 43% van de kosten (€ 34.507) konden betalen. Er is dus een tekort van € 19.533 (zie ook tabel Marktgelden). Kostendekkende tarieven vinden we niet haalbaar.
Marktgelden | ||
3.3 Kosten markten | -30.055 | |
0.4 Overhead | -13.713 | |
3.3 Overige opbrengsten | 9.261 | |
Totale kosten | -34.507 | |
Opbrengst marktgelden | 14.974 | |
Totale opbrengst marktgelden | 14.974 | |
Dekking | 43% |
Lijkbezorgingsrechten/Grafrechten
Met de opbrengst uit de begraafrechten betalen we de kosten van het begraven en onderhouden van de begraafplaatsen. Voor 2019 zijn de tarieven verhoogd met 2,4% (inflatie). Volgens de begrotingsgegevens kwam het dekkingspercentage uit op 37%. Kostendekkende tarieven vinden we niet haalbaar.
Het werkelijke dekkingspercentage over 2019 is 55%. Dit betekent een tekort op de exploitatie van ruim € 65.000.
Begraafplaatsrechten | ||
7.5 Kosten begraafplaatsen | -133.002 | |
0.4 Overhead | -14.467 | |
7.5 Overige opbrengsten | - | |
Totale kosten | -147.469 | |
Opbrengst lijkbezorgingsrechten | 81.610 | |
Totale opbrengsten | 81.610 | |
Dekking | 55% |
BIZ-belasting
Per 1 januari 2017 is de Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Centrum Groesbeek 2017 in werking getreden. Het hoofddoel van de belasting is om de concurrentiekracht van het winkelgebied te vergroten, zodat de omzet van de ondernemers in het werkgebied toeneemt. Hiervoor hebben we een Uitvoeringsovereenkomst gesloten met de Vereniging BIZ Groesbeek Centrum voor een periode van vijf jaar.
De BIZ-bijdrage dragen wij over aan de Vereniging BIZ Centrum Groesbeek, waarvan de leden gezamenlijk bepalen welke activiteiten ze voor dit bedrag (laten) organiseren. In hun jaarplan staat onder andere gezamenlijke online marketing, evenementen en citydressing.
Leges
Leges zijn kosten die de gemeente in rekening brengt bij inwoners voor bepaalde diensten waar zij gebruik van maken. Dit gebeurt op basis van de legesverordening.
De Tarieventabel bij de verordening is overeenkomstig het VNG-model ingedeeld in drie titels:
Titel 1 Algemene dienstverlening;
Titel 2 Dienstverlening vallende onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnen.
In artikel 229b van de Gemeentewet is bepaald dat de geraamde baten van de leges niet uitgaan boven de geraamde lasten. Daar waar rijksnormen of maximumtarieven gelden (zoals bij reisdocumenten), zijn deze leidend. De overige tarieven in de legesverordening zijn - los van overige wijzigingen van de legesverordening - verhoogd met 2,4% (inflatie). Dit percentage is bij de Begroting 2019 vastgesteld.
De totale legesopbrengst over 2019 is € 79.000 lager dan verwacht. De belangrijkste oorzaken van dit verschil zijn:
- bouwleges € - 79.000
- projecten ruimtelijke ordening € - 20.000
- kabels en leidingen € + 13.000
- diverse leges burgerzaken € + 13.000